Overig

Dwangmedicatie

Opname accommodatie

KC23-019 23 mei 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : KC23-019
Datum ontvangst klacht : 09 mei 2023
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum hoorzitting : 17 mei 2023
Datum beschikking : 23 mei 2023

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klaagster)

[XX] (PVP)

 

[XX] (psychiater/verweerder)

 

[XX] (voorzitter)

[XX] (psychiater)

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Ingediende klachten

  1. Opname in een kliniek
  2. Verplichte medicatie

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klaagster heeft klachten ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: ‘Wet verplichte ggz’). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 van de Wet verplichte ggz bevoegd om uitspraak over deze klachten te doen.

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 09 mei 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg. Op 10 mei 2023 heeft de klachtencommissie partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting.

De klachtencommissie heeft op 12 en 15 mei 2023 het verweer ontvangen en doorgestuurd naar partijen. De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 17 mei 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de uitspraak uiterlijk op 23 mei 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.       

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Crisismaatregel d.d. 20-04-2023;

-           Zorgplan/behandelplan d.d. 16-03-2023 en 20-04-2023;

-           Bevindingen GD d.d. 19-04-2023;

-           Medische verklaring d.d. 18-04-2023 en 20-04-2023;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 20-04-2023;

-           Kennisgeving mondelinge uitspraak ZM d.d. 24-04-2023;

-           Decursus en rapportage VPK 20-04-2023 t/m 12-05-2023.

 

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een bipolaire stemmingsstoornis.

 

Klaagster ontvangt verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging met een ingangsdatum van 24 april 2023 en met een expiratiedatum van 24 oktober 2023. Opname in een kliniek en toediening van medicatie vormen onderdeel van de toegestane verplichte zorg.

 

 

Verslag van de hoorzitting

 

Standpunt van klaagster

Klaagster licht tijdens de hoorzitting toe dat zij voor de 3e keer is opgenomen door toedoen van familieleden. Haar broers en zus vinden dat klaagster veranderd is. Klaagster was van plan om af te reizen naar [stad buiten Nederland]. Op dat moment is ze opgenomen met een crisismaatregel vertelt klaagster.  Ze herkent zich niet in het beeld dat geschetst wordt door haar familie. Ze heeft wel geld uitgegeven maar dat geld had ze uit een erfenis gekregen en wilde ze graag uitgeven aan mensen die het minder goed hebben dan zijzelf. Met dat geld heeft ze haar huis opgeknapt, kleding gekocht en o.a. geld gegeven aan buren en aan de voedselbank. Klaagster vertelt dat haar moeder vorig jaar is overleden aan Corona. Daarna kreeg klaagster de behoefte om terug te gaan naar het buitenland. Klaagster heeft in het lange verleden in [land buiten Nederland] gewerkt en veel buitenlandse contacten opgedaan die ze wil gaan bezoeken. Ze wil o.a. naar [stad buiten Nederland] maar moet eerst aan haar heup geopereerd worden. Dat heeft prioriteit aldus klaagster. Klaagster is van mening dat haar familie overbezorgd is. Ze is teleurgesteld in hen en heeft een advocaat ingeschakeld omdat ze recht heeft op 4000 euro waar ze nu niet bij kan.

Klaagster vertelt goede contacten in de buurt te hebben. Wel is zij een keer beschuldigd van kinderlokkerij maar dit is goed afgelopen aldus klaagster.

 

Klaagster vertelt dat ze goed contact heeft met verweerder maar geen medicatie nodig heeft. Ze vindt het vreemd dat ze op haar [leeftijd] opeens een bipolaire stoornis zou hebben. Als medicatie voorwaarde is voor ontslag is klaagster bereid om deze onder protest in te nemen vertelt zij ter zitting.

 

De PVP benadrukt dat klaagster het niet eens is met de diagnose. Ook merkt PVP op dat de aanzeggingsbrief verplichte zorg ontbreekt onder de zorgmachtiging.  

 

Standpunt van verweerder

Het huidige manische toestandsbeeld was een paar maanden geleden ook aan de orde aldus verweerder. De rechtbank heeft op dat moment gemeend geen zorgmachtiging af te moeten geven. Klaagster is toen met ontslag gegaan zonder medicatie. Vanuit het ambulante team werden er al langere tijd zorgen geuit over het toestandsbeeld van klaagster. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een heropname. Klaagster wilde eerst naar [stad buiten Nederland] reizen, later werd dit [stad buiten Nederland]. Ze had geen geld op de rekening staan maar wilde toch gaan aldus verweerder. Ze was daarvoor, samen met een [land van herkomst] man, met haar auto afgereisd naar [land buiten Nederland]. De betreffende man had klaagster afgezet bij een tankstation en is alleen verder gegaan met de auto van klaagster. Hierdoor is ze haar auto kwijtgeraakt. Met hulp van de familie van klaagster, die een bus ticket voor haar gekocht hebben, kon klaagster weer naar Nederland reizen. Dit was aanleiding voor de opname vertelt verweerder. Inmiddels is gestart met medicatie en zit klaagster er nu beter bij, vervolgt verweerder. Klaagster vindt dat er in haar toestandsbeeld niets veranderd is, maar behandelaren constateren een rustiger beeld. Het behandeldoel is dat klaagster met medicatie weer naar huis kan en heropname wordt voorkomen.

 

Op een vraag van de commissie over de ontbrekende 8.9-brief zegt verweerder toe navraag te doen bij het bureau GD en deze brief na te zenden als die in het dossier van klaagster aanwezig is.

 

Klaagster ontkent dat zij overlast heeft bezorgd in de wachtkamer bij de huisarts. ‘Ik klets graag met mensen’ aldus klaagster. Ze begrijpt nu dat ze teveel gepraat heeft en dat zieke mensen daar misschien onrustig van worden.

Over de geldkwestie geeft klaagster aan dat ze het ticket naar [stad buiten Nederland] moest annuleren door de opname maar dat ze dat geld nog terug zal krijgen. Ze heeft nu een uitkering aangevraagd.

 

Klaagster benoemt tenslotte dat ze bekend is met ADHD maar niet met een bipolaire stoornis. Door de ADHD kwebbelt ze teveel, vult klaagster aan.

Klaagster geeft aan na de crisisopname een brief te hebben ontvangen over de verplichte zorg die ingezet zou worden. Na afgifte van de zorgmachtiging heeft zij zo’n formulier niet opnieuw ontvangen verklaart klaagster ter zitting.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klachten zien op de uitvoering van de verplichte zorg en zijn gericht tegen de opname en medicatie zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en zijn ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] vrouw, bekend met een bipolaire stoornis met manische ontregelingen. Klaagster erkent de diagnose niet. Klaagster klaagt over de verplichte opname en verplichte medicatie. Nu haar moeder is overleden wil klaagster naar [land buiten Nederland] waar zij lang in een kindertehuis gewerkt heeft. Die kinderen beschouwt zij als haar pleegkinderen. Klaagster wil ook naar [stad buiten Nederland] en [stad buiten Nederland].

Er is een beslissing verplichte zorg uitgereikt op 20 april 2023, gebaseerd op de crisismaatregel. Echter in het klachtendossier is geen beslissing verplichte zorg gebaseerd op de zorgmachtiging afgegeven op 24 april 2023.

 

Verweerder geeft aan dat klaagster reeds eerder in 2018 opgenomen is met manische ontregeling met psychotische kenmerken. Tot januari 2023 is klaagster opgenomen geweest en nu opnieuw opgenomen in verband met manische ontregeling waarbij sprake is van spreekdrang, versneld en associatief denken, een dysfore stemming en labiel affect. Op sociaal vlak is sprake van een verhoogde neiging om andere mensen te willen helpen waarbij zij ook overmatig veel geld uitgeeft. De verplichte zorg is met klaagster besproken op 20 en op 24 april 2023.

 

De commissie constateert dat klaagster haar bipolaire stoornis niet erkent waardoor zij niet consistent bereidwillig is om haar medicatie in te nemen. Het ernstig nadeel voor klaagster bestaat uit het financieel gedrag van klaagster, ze wil goed doen en daarmee al haar geld uitgeven. Daarmee ontstaat een risico op misbruik van haar goedheid en ernstige financiële schade. Verder heeft klaagster overlast veroorzaakt in de wachtkamer van Pro Persona en de huisarts. Haar familie is bezorgd. Klaagster vindt dat onterecht waardoor zij in conflict met hen is. Klaagster heeft serieuze plannen om naar het buitenland af te reizen hetgeen in [land buiten Nederland] al de nodige problemen heeft veroorzaakt.

Het ernstig nadeel kan met opname en medicatie bestreden worden. Verweerder heeft voldaan aan de proportionaliteit en subsidiariteit, eisen gesteld aan verplichte zorg.

 

Inhoudelijk kan de klachtencommissie verweerder volgen. De commissie constateert echter dat aan de formele aspecten van de verplichte zorg met medicatie en opname niet is voldaan.

De beslissing verplichte zorg (opname) is ter kennisname aan klager uitgereikt op 20 april 2023. Op 24 april 2023 heeft de rechtbank Gelderland mondeling een zorgmachtiging toegekend. Bij de ingediende stukken uit het medisch dossier van klaagster zat geen nieuwe beslissing verplichte zorg, inhoudende opname en medicatie, onder de nieuwe (zorg) machtiging. De commissie heeft dit ter zitting geconstateerd en verweerder in de gelegenheid gesteld om deze 8.9-brief alsnog in te dienen mocht deze wel in het dossier aanwezig zijn.

De commissie heeft na de hoorzitting alsnog een aanzeggingsbrief van verweerder ontvangen gedateerd op 17 mei 2023. Deze is derhalve opgemaakt na de hoorzitting. Op het moment van indienen van de klacht bleek dat gebrek in het juridisch kader. De commissie kan daarmee de ingediende 8.9-brief niet beoordelen als herstel van de geconstateerde omissie. 

 

De conclusie is dan ook dat niet voldaan is aan de juridische en administratieve eisen die de wet stelt aan de verplichte zorg. Dit maakt dat beide klachten gegrond verklaard moeten worden, hoewel de klachtencommissie de inhoudelijke zorg door verweerder zeker kan volgen.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen medicatie gegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de opname gegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 23 mei 2023

Aantal bladzijden: 5